Marktexpert Jeremy Grantham komt niet over als een pessimistisch persoon.

Zelfs toen hij eerder deze maand tijdens een interview met Business Insider zijn sombere vooruitzichten voor de aandelenmarkt uiteenzette, bleef de toon van de beleggingsgoeroe opgewekt. Hij maakte grapjes en lachte om het niveau van absurditeit dat zeepbellen op de beurs soms kunnen bereiken.

Maar als het op beleggen aankomt, is de medeoprichter van vermogensbeheerder GMO zeker op zijn hoede voor misplaatst optimisme.

In 2009 durfde Grantham het aan om, in een zeer onzekere tijd, te voorspellen dat de beurs zou herstellen, nadat de S&P 500-index met meer dan 50 procent was gedaald. Die beurscrash had Grantham ook correct voorspeld, net zoals hij tien jaar eerder de dotcomzeepbel voorspelde.

De topbelegger zegt dat optimisme dodelijk kan zijn, als de marktomstandigheden dat niet voldoende rechtvaardigen. Aandelenbeurzen in de VS noteren momenteel in de buurt van all-time highs of hebben die doorbroken. Daarnaast ligt de waardering van aandelen op een van de hoogste niveaus in de geschiedenis.

Sinds januari 2022 waarschuwt Grantham al dat aandelen zich in een "superbubbel" bevinden, wat ook betekent dat het langetermijnrendement op de huidige koersniveaus er niet goed uitziet. Onlangs vertelde de beleggingsexpert Business Insider dat hij verwacht dat de S&P 500-index tot minstens 3.200 punten zal dalen, als de VS komend jaar in een mildere recessie belandt.

Als de recessie zwaarder wordt zou de brede Amerikaanse aandelenindex zelfs tot 2.200 punten kunnen dalen, wat een een daling vanaf de huidige koersniveaus tussen de 32 procent en ruim 50 procent zou betekenen.

Toch lijken weinigen vandaag de dag acht te slaan op de waarschuwingen van Grantham, omdat beleggers vooral focussen op de veerkracht van de Amerikaanse economie. Ook rekenen beleggers erop dat verlagingen van de beleidsrente door de Federal Reserve ervoor zorgen dat een recessie uitblijft in 2024.

De mens is optimistisch van aard, te optimistisch

"Eenzelfde soort enthousiasme over een aantrekkende markt is typisch voor alle financiële zeepbellen in de geschiedenis", aldus Grantham. "Achteraf zijn de waarschuwingssignalen altijd duidelijk. Waarom zijn we er dan zo slecht in om deze omstandigheden in real time te zien ontstaan en erop te reageren?"

Volgens Grantham heeft dit deels te maken met de evolutie van de mens. "We zijn een optimistische soort", zegt hij. "Ik geloof echt dat het een onderdeel van ons biologische selectieproces is geweest dat nerveuze, neurotische types honderdduizenden jaren geleden zijn verdwenen. Meer optimistisch ingestelde types doen het duidelijk beter in een moeilijke omgeving. Dus ik denk dat onze soort in honderdduizenden jaren is geëvolueerd om optimistisch te zijn."

Sommige experts zijn het daarmee eens. Volgens Tali Sharot, een neurowetenschapper van de Amerikaanse MIT-universiteit, wint optimisme het vaak van realisme bij mensen.

"Mensen onderschatten negatieve uitkomsten vaak enorm, als het gaat om zaken als de kans op een scheiding, verlies van je baan of een kankerdiagnose. De meeste ouders verwachten dat hun kinderen buitengewoon slim zijn, mensen denken vaak dat ze succesvoller zullen zijn dan leeftijdsgenoten; en ze overschatten hun waarschijnlijke levensduur, soms met wel 20 jaar", schreef Sharot in haar boek "The Optimism Bias" uit 2011.

Optimisme kan geweldig behulpzaam zijn in de zakenwereld en bij beleggen, erkent Grantham. Maar misplaatst optimisme, of overdadig optimisme, kan schadelijk zijn.

Volgens een onderzoek uit 2007 van twee economen hebben gematigd optimistische mensen de neiging om betere financiële beslissingen te nemen dan "extreme optimisten", die "financiële gewoonten en gedrag vertonen die over het algemeen niet als verstandig worden beschouwd."

Er is nog een andere bron van optimisme waarvan Grantham denkt dat het een "belangrijke reden" is dat beleggers niet voorbereid zijn op marktbubbels: de financiële prikkels bij zakenbanken op Wall Street. Beursstrategen bij grote zakenbanken zijn zelden negatief over de beurs, omdat hun eigen bonussen ook hoger uitvallen bij positieve resultaten op de beurs.

Door te wijzen op de hoge waarderingsniveaus van de beurs en de kans op slechte rendementen "krijg je niet veel business", aldus Grantham. "Waarom zou je dat doen? Ik zit in het vak om dat te doen. Het is een beetje mijn taakomschrijving. Maar als je een zakenbank bent die aandelen en andere beleggingen probeert te aan te prijzen bij beleggers, heb je daar niets aan."

Strategen op Wall Street hebben inderdaad de neiging om té positieve vooruitzichten te schetsen. Volgens een rapport van FactSet hebben beursstrategen in de twintig jaar van 2002 tot 2021 gemiddeld genomen in 13 jaar te hoge koersdoelen afgegeven.

Grantham zegt focus op de korte termijn ook iets is dat mensen in het algemeen kenmerkt: "We zitten psychologisch nog vrij dicht bij de tijd dat we jagers waren", zegt Grantham. "Je richt je op de korte termijn als zich kansen voordoen, om directe behoeften te bevredigen. En je maakt je niet al te veel zorgen over wat er volgend jaar gebeurt."

LEES OOK: Juichstemming bij beleggers: risico van economische dip wordt wel aandachtspuntje in 2024